Een heel belangrijk signaleringsinstrument om een taaldenker van een beelddenker te kunnen onderscheiden is Het Wereldspel. Het is een non-verbaal onderzoeksinstrument dat bestaat uit allemaal houten huisjes, bomen en beesten. Het kind bouwt daarvan een dorp. De manier waarop het dat doet laat zien hoe het de wereld organiseert, verkent en tot uitdrukking brengt en of er in taal of in beelden gedacht wordt. Tevens kan er een hoop duidelijk worden over de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Omdat het spel zonder taal wordt afgenomen, krijgen taalzwakke beelddenkers, maar bijvoorbeeld ook faalangstige kinderen, de ruimte om te laten zien wat ze in huis hebben.
Pedagoge Maria J. Krabbe ondekt in de jaren ’40 “taalmoeilijkheden bij normaal begaafde en zelfs intelligente kinderen die leiden tot woordblindheid”. Zij concludeert dat dit wordt veroorzaakt door een andere manier van denken: beelddenken. Er wordt wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken gedaan ter bevordering van onderwijs gericht op beelddenkers. In de jaren ’60 ontfermt onderwijskundige Nel Ojemann zich over het nalatenschap van Krabbe en ontwikkelt zij haar eigen inzichten omtrent beelddenken, gebruikmakend van Het Wereldspel.
Het Wereldspel mag alleen ingezet worden door bevoegde en opgeleide coaches, onderwijskundigen, psychologen en leerkrachten. De aanschaf ervan is gebonden aan een licentie, welke ik binnenkort zal verkrijgen. Behalve vragenlijsten en tests zal ik dan ook Het Wereldspel in gaan zetten als signaleringsinstrument. Op deze manier kan ik dan nog beter vaststellen of je kind in taal of in beelden denkt en kunnen we nagaan of het zinvol is om een beelddenktraject te starten.
Voor meer informatie over Het Wereldspel kun je contact met me opnemen, telefonisch of via de mail. Ik informeer je graag!