Psychomotorische kindercoaching

Psychomotoriek is de bewuste, vanuit de hersenen gestuurde beweging. Vrij vertaald,  de verbinding tussen het brein en het lijf. Je brein stuurt je lijf aan. Maar, met je lijf kun je ook je brein weer voeden en ontwikkelen. Daarom is beweging onontbeerlijk en belangrijk voor groei en ontwikkeling. Ons hele leven lang.

Al in de baarmoeder maakt een baby reflexmatige bewegingen. Pasgeboren baby’s kennen alleen maar automatische reflexmatige bewegingen. Door interactie met de omgeving en door neurlogische rijping komt het kind stilaan tot gestuurde bewegingen. De ontwikkeling van de psychomotoriek begint in een heel vroeg stadium en is een onmisbare voorwaarde voor het latere leren. Daarom is het van belang dat een kind veel speelt en ontdekt in zijn jonge leven. Het leert zich te oriënteren in een ruimte, het leert ruimtelijk inzicht en het ontwikkelt een optimale samenwerking tussen beide hersenhelften.  Beelddenkers en dyslectici hebben een sterker ontwikkelde rechter hersenhelft.  Op school wordt bij de leervakken voornamelijk een beroep gedaan op de linkerhersenhelft.

Psychomotorische kindercoaching

Achter een leer- of gedragsprobleem kan zoveel meer zitten dan we in eerste instantie zouden denken. Hier gaan we naar op zoek, om er vervolgens mee aan de slag te kunnen om zo de ontwikkling weer op gang te brengen.

Een psychomotorisch kindercoach heeft weet van hoe de bewegingsontwikkeling hoort te verlopen en wat de invloed hiervan is op leren en gedrag. Ik kijk verder dan het gedrag of het leerprobleem en ga eerst een stap terug door met het inzetten van  gerichte bewegingsoefeningen de ontwikkeling weer op gang te brengen. Zo werken we  bijvoorbeeld ook aan de lateralisatie bij de coaching bij beelddenken en dyslexie. Op deze manier versterk je de verbinding tussen je linker-en rechthersenhelft en zal de ‘schoolse’ coaching meer effect hebben.

Visuele screening

 

Bij vermoedens van dyslexie: sluit een visuele dysfunctie eerst uit!

Bij een (hardnekkig)  lees-en/of spellingprobleem wordt tegenwoordig al snel aan dyslexie gedacht. Steeds vaker krijgen kinderen de diagnose dyslexie. Alvorens onderzoek te laten doen naar dyslexie, is het misschien raadzaam om eerst  visuele dyslexie uit te sluiten.

Dyslexie of visuele dysfunctie?

Een visuele dysfunctie kan het leren behoorlijk in de weg zitten. Niet zelden krijgen kinderen die hier last van hebben het stempel dat hun werkhouding tekortschiet of zijn er vermoedens van dyslexie.  Het leesproces komt traag op gang, het kind hangt op zijn stoel tijdens het lezen, lijkt ongeconcentreerd, houdt één hand voor een oog terwijl zijn elleboog op de tafel rust… “Ga toch eens recht zitten, beter je best doen!” Als je weet dat vrijwel ieder kind het graag goed doet, zit er toch écht iets achter het gedrag dat het hier laat zien.

Een visuele dysfunctie , fixatiedisparatie (FD), is iets anders dan onscherp zien. Een kind dat is getest door een opticien of oogarts en scherp ziet, kan weldegelijk een visueel probleem hebben. De ogen werken in dit geval niet goed samen, meestal veroorzaakt door het niet goed richten van één of beide ogen. Kijken doe je met je ogen, zien doe met je met je hersenen.  Informatie komt als losse beelden binnen via de ogen en de hersenen kunnen ze vervolgens niet samenvoegen. Je kan hierdoor niet goed lezen wat er in je boek staat, met als gevolg lees-en leerproblemen.

 

Laat de ogen eens testen!

Bij Praktijk Beeldig kan met behulp van een bioptor en het testen van de oogmotoriek een eventuele visuele dysfunctie worden gesignaleerd. Vervolgens kunnen we met gerichte oogmotorische oefeningen aan de slag om de oogsamenwerking te verbeteren. Vaak is er al snel resultaat en gaat het lezen beter!

Mocht het nodig zijn,  of twijfel je zelf aan de ernst van het probleem, dan kan ik je kind altijd doorverwijzen naar functioneel optometrist Gerrit Atres van Ben v/d Heiden Optiek in Halsteren, die verder een  uitvoerig  FD onderzoek kan afnemen. 

“Ik ben een beelddenker, geen taaldenker.
In mijn hoofd is het een soort Google Images”
 

Onderzoek heeft uitgewezen dat er in elke klas 1 à 2 beelddenkers zitten.

In groep 3 ondervinden beelddenkers vaak problemen met het automatiseren van letters en sommen. In latere groepen vallen het moeite hebben met tafels en redactiesommen op. Begrijpend lezen kan een probleem vormen. Cito-scores vallen tegen. Dit tegen de verwachting van de ouders en de leerkracht in: het zijn vaak slimme, creatieve en leergierige leerlingen, vol enthousiasme. Toch zijn er leerproblemen, er komt niet uit wat erin zit. Waar zit nu toch het probleem?

Een klein testje:

Denk aan het woord boom.

Wat zie je?

De meeste mensen zien de letters
b-o-o-m voor zich.

Een beelddenker ziet een prachtige boom voor zich, een bruine stam, groene bladeren, fluitende vogeltjes……

Even kennismaken bij een kop thee of koffie?

Of heb je nog vragen over de behandeling of de mogelijkheden voor vergoeding?
Neem gerust contact op, dan vertel ik je meer over mijn werkwijze en kun je ook ontdekken of ik de juiste persoon ben om jou en je gezin te helpen.

Maak een afspraak